#1 De (on)zin van voorvoet landen bij hardlopen.
Dit is de eerste aflevering van de Running Solutions podcast. In deze aflevering nemen we alles omtrent de voetlanding van hardlopers door. Hoe moet je voetlanding zijn en vooral waar moet je de voet plaatsen.
Transcript van podcast
Jorin: Welkom bij de Running Solutions podcast, de podcast die je helpt blessures te voorkomen en genezen. Door jouw meer leren over hardlopen zullen we jou transformeren naar een gezonderen sterkere en betere hardloper. We gaan alle onderwerpen langs die jou kunnen helpen Niet meer dezelfde fouten te maken en dezelfde blessures te krijgen.
Jorin: We gaan vandaag een podcast opnemen over hardlopen en dan wordt het is de eerste podcast uit een serie podcasts over hardlopen blessures over hardlopen techniek en eigenlijk alle mythes die er in het hardlopen zijn en allemaal informatie die over hardlopen gegeven zou kunnen worden. Die gaan we goed doorgronden en begrijp waar maken voor de hardlopers. Om meteen een introductie te doen. Ik zit hier met Marcel Tiggelman en Marcel is een bewegings specialisten houdt zich bezig met het analyseren van hardlopers en hij is founder van Oryx Movement Solutions. En dat is het bedrijf dat software heeft gemaakt met sensoren waarmee je mensen kan gaan meten. Dus hoe beweeg jij, hoe ren jij en vervolgens dat met die sensoren te meten kun je ook daadwerkelijk zien of je bent verbeterd of niet? Heeft jou training effect of of werkt het eigenlijk helemaal niet? En daar houdt Marcel zich voornamelijk mee bezig
Marcel: Vorig jaar, beste startup van Nederland, mag ik dat even zeggen?
Jorin: ja, ja dat mag je zeker zeggen.
Jorin: En volgens mij was het doel van jullie om hardlopers beter te laten hardlopen klopt dat?
Marcel: Ja, absoluut één van de dingen waar waar ik me altijd over hebt kunnen fascineren is hoe mensen bewegen en vooral hoe ze beter kan maken door ze beter te laten bewegen. Ik ben zelf ooit heel zwaar geblesseerd geweest en toen had ik super veel klachten waardoor de specialisten tegen mij zeiden, dat komt nooit meer goed. Nou, ja, dan moet je het tegendeel gaan bewijzen. Dus vandaar ons bedrijf Oryx Movement Solutions, inderdaad. Dat ik deze podcast met jou mag doen. Jorin is een absoluut de eer voor mij natuurlijk. Je bent oefentherapeut Mensendieck en vooral eigenaar van Running Solutions, Ik denk by far, de beste fysiotherapiepraktijk van Amsterdam en omstreken. Als het om hardlopen gaat ik hoop dat ik hoop dat we ernaar autoriteit erin je begeleidt hele grote topsporters in de marathon veld weet ik toevallig uit betrouwbare bron klopt en volgens mij: jij bent vooral gespecialiseerd op hardloop blessures voorkomen. En genezen ook niet onbelangrijk voor iedereen en voor jong uit dun dik maakt niet uit topsporter amateur. Jij helpt alles en iedereen.
Jorin: Als er maar rennen.
Marcel: Als er maar gerent wordt – inderdaad ja. , daar gaat het om.
Jorin: daar gaan we het vandaag dan ook meteen maar over hebben.
Marcel: De meest gestelde vraag aller tijden toch?
Marcel: Toen ik nog trainer was, toen kreeg ik deze zo vaak, Moet ik nou mijn n voorvoet of op mijn hak landen.
Jorin: Ja. in de praktijk bij ons komt die vraag dagelijks langs.
Jorin: ja dus, daar is. Er wordt ook natuurlijk veel over gezegd en…
Marcel: Lijkt alsof het enige is wat je op internet er ook over kan vinden dat als je als je één van de twee doet, dan komt het goed en er zijn er voor en tegenstanders, maar het blijft het onduidelijk.
Jorin: Exact en daar mag gebruiken we voor deze een podcast ook meteen de titel, de (on)zin van voorvoet landen. Waar de on tussen haakjes staat, want daar zit wel enige zin zin in. We gaan even ontleden om om duidelijkheid te creeren in in wat is die voet landing nou eigenlijk? En welke invloed heeft het nou op blessures op op hardloop snelheid op techniek en wat is er dan goed of wat is er wat minder goed en daar gaan we het over hebben.
Marcel: Nou misschien even goed dan nog meer mee te beginnen Jorin. Ik kan me voorstellen dat iedereen weet dit toch wel. Denk je, maar misschien toch even heel kort. Wat is nou het verschil tussen voorgoed, landen haklanden, Middenvoet landen hebben we ook nog natuurlijk hè, waarbij ik trouwens wel zeggen dat hak landen, dat is eigenlijk fout he?. De hak zit onder de school onder de schoen. Mijn voet heeft geen hak.
Jorin: Nee, je hebt een hiel , dus het zou hiel landing moeten zijn, maar later voor het gemak hak landing aanhouden.
Jorin: Laten we eerst eens zeggen wat voetlanding nou eigenlijk is. Voetlanding is het eerste grond contact nadat je de zweeffase heb gehad. Dus als je aan het rennen bent, staat er een voet aan de grond. En dan zet je af, dan zweef je even en dan raakt de er weer een voet de grond. Het eerste contactpunt dat maakt de manier waarop je voet land dus een voorvoet landing dat zou zijn op de bal van de voet midvoet landing dat zal zijn op het op een platte voet bijna.
Jorin: En een heel landing is voornamelijk op de op de hak van de schoen is meer naar de achterkant van je schoen, en dat zijn de verschillende manieren van voetlanden. Dus die die zouden we zo kunnen differentiëren.
Marcel: Als jij bekijkt, ik weet het ongeveer. Wij kijken ik zie om talloze metingen langskomen en ik bestudeer die beweging van het hardlopen al jaren. Welke zie jij nou die het meest gebruikt wordt, dan moet toch wel de hak landers zijn?
Jorin: Haklanders, ja, ja, dat is het grootste gedeelte van de hardlopers.
Marcel: 80% 90%?
Jorin: Om en nabij, ik heb er wel cijfers van gezien, die weet ik uit mn hoofd niet, maar ik, ik denk wel dat we dan aardig in de richting zitten, hoor dat 80 procent zou aardig kloppen.
Marcel: Ik denk het ook wel, ik moet altijd enorm lachen om die mensen die dan van nature ”van nature”, dat zijn mensen die hebben altijd hak landing gedaan. En dan gaan ze heel geforceerd naar de voorvoet. Maar goed.
Jorin: Daat gaat het vaak mis.
Marcel: Hé, wij hebben we het later dan nog wel even over.
Jorin: Het ziet er dan vaak niet zo soepel uit als je zou willen.
Marcel: Het maakt ook nog verschil ook niet onbelangrijk. Als je naar gaat kijken als ik naar marathons kijkt, dan zie ik alleen maar aan haklanders bij wijze van spreken, terwijl als ik naar Dafne Schippers zit te kijken die hak raakt de grond nooit.
Jorin: Ja, dat is een interessant iets hé van wat gebeurt er nou eigenlijk als we een verschillende afstanden gaan vergelijken. Ik denk dat je wel zou kunnen zeggen van sprinters. Dat zijn de meest efficiënte hardlopers die die er zijn. Die gaan natuurlijk enorm hard. Dat is dus jij bedoelt Usain Bolt of een Dafne Schippers, die gaan echt snoeihard. Maar dat is dan ook maar heel kort, dus die die moeten heel erg hard lopen voor een hele korte tijd. En dan moet je dus zo efficiënt mogelijk zijn. En dan is het landen op de op de voorvoet of eigenlijk op de tenen bijna wel, want die raken bijna de grond niet. Zo is zo hard gaan die dan is dat de meest efficiënte manier.
Marcel: Dus je zou de conclusie kunnen trekken dat het iets te maken heeft met de snelheid, efficiëntie. Maar dat is dan weer het gekke, want je wil juist zo min mogelijk energie verspillen. Als je 42 kilometer moet rennen, zou je zeggen: de voorvoet landen. Dat is de manier.
Jorin: Ja, wat we alleen dan vergeten is: hoe gaat het is puur gebruik tijdens tijdens een sprint, en dat is een hele andere manier die die ontzettend snel is. Maar daar kan je natuurlijk niet een marathon lang volhouden.
Marcel: Kortom, wat we vandaag moeten gaan doen is gaan kijken naar wat is nou het verschil? Wat gebeurt er met je lijf? Wat gebeurt er met de efficiëntie?
Jorin: En hoe kunnen we daar invloed op uitoefenen.
Marcel: En hoe ga je harder lopen het heet niet voor niets hardlopen, toch?.
Jorin: Exact.
Marcel: Top, waar beginnen we.
Jorin: Nou, laten we eerst eens het verschil tussen de top lopen en de amateurs doornemen. Goed plan, want je hebt je hebt natuurlijk de grootste groep hardlopers die die zijn amateur, die doen het voor de fun. Dat is een hobby en je hebt een klein groepje die het als werk doet. Dat zijn de fanatiekelingen, die die echt heel hard gaan, en die verdienen hun geld daarmee, en je zal gaan zien dat die op een andere manier lopen. Dan de amateur lopen dat we dat vergelijk wel moeten maken. Maar we moeten niet naar streven dat elke amateur lopen. Zo loopt is een toplopet en ik denk dat we dat verschil is even in kaart moeten brengen. Want hoe zie jij dat?
Marcel: Nou, één van de dingen die als trainer altijd meeneemt is dat je als je bij iemand gaat. Als je met iemand aan de slag gaat, dan vraag je altijd naar de training leeftijd. Hoe lang ben jij al bezig? Met de sport die doet en zeker bij hardlopen, is dat cruciaal. Want als jij al 30 jaar aan het hardlopen ben en je land op je hak en je zou nu in één keer op je voorvoelen gaan behandelen, gebeuren in van allerlei dingen die niet helemaal goed zijn voor je lijf. Dus ook al kun jij ontzettend goed lang lopen, is het nog niet per definitie gezegd dat je zomaar kan omschakelen naar die voorvoet, dus waar je volgens mij naar moet kijken, en dat is ook hetgene wat wij doen, is dat je vooral gaat kijken. Hoe loopt iemand op zn natuurlijke manier? Wat heeft jouw voorkeur? Ja, en wat wij altijd doen? Wij kijken niet zozeer naar hoe je op je voet land, maar waar je je voet plaatst.
Jorin: Ja, dus voetplaatsing?
Marcel: Dat is iets heel anders, heeft wel hetzelfde met elkaar te maken. Maar waar jij je goed plaatst gaat bepalen of dat, je hebt je midden voet op je voorvoet of op je hak gaat landen. Dat is ook wel. Het grote verschil gaat maken tussen de toplopers en de amateurs. Mijn mijns inziens.
Jorin: Ja, dus dan zou je, dan bedoel je denk ik te zeggen als je als je een toploper hebt die die land vrij wel onder zijn lijf.
Marcel: Ja.
Jorin: En een wat meer recreatieve lopen, die zal wat meer voor zijn lijf landen. Is dat wat je bedoelt?
Marcel: Ja, wat wij zien gebeuren als je er Biomechanisch naar gaat kijken, zoals dat heet biomechanische wil zeggen: de mechanica van ons lichaam, dus hoe bewegen onze gewrichten.
Jorin: Hoe worden die door Spieren in gang gezet, wat je heel vaak ziet gebeuren, is dat mensen gaan hardlopen, en ze beginnen. Ze doen eigenlijk, maar wat dat is hoe het is. We hebben een training schemaatje downloaden van internet, we gaan naar buiten toe en we gaan een beetje rennen, want het geestig is is dat we na onze geboorte. Als wij geboren worden en groeien op en ik ga naar een voetbalveld toe, dan rennen wij altijd als een zonnetje als je kijkt naar zes, zeven jarige kinderen. Dat ziet er technisch bijna perfect uit. Vervolgens stoppen we ermee gaan andere dingen doen. We gaan naar de middelbare school, andere dingen worden interessanter en op een gegeven moment worden wat ouder en we gaan hardlopen. En wat gebeurt er dan gaan naar buiten en die hele techniek, die is weg. Dan gaan we maar een beetje loop duwen en trekken. En dat voelt dan een beetje aan als hardlopen wat er gebeurd is. We willen hard lopen, dus we gaan vooral heel hard duwen, want dat lijkt heel logisch, als je dat gaat doen dat je dan ook tempo gaat maken. Maar wat gebeurt er effectief? Dat je je achterste been zo ver gaat wegduwen dat je voorstellen bij een heel ver voor je lichaam komt, waardoor je gedwongen wordt op die hak te landen. Dat is één van de redenen waarom amateur lopers zo ongelooflijk veel op hun hak landen. Dit is wat mij betreft oorzaak nummer één.
Jorin: Ja en ik denk daarop op door bordurend dat ze hele grote stappen zetten daardoor en dat de de pas lengte grote stappen snel thuis. Dat gaat gebeuren, en dat zien we natuurlijk liever niet en dat heeft te maken met hoe hoog is nou, die impact als je hele grote stappen gaat maken en je dan dus ver voor je lijf gaat landen en daar zit denk ik het grootste verschil met die toplopers.
Marcel: Absoluut, je moet het zo zien, en dat is misschien een beetje moeilijk. Je hebt een auto toch bij je voorwielen, daar heb je een schokbreker en je hebt een veer zitten. Het verschil daartussen is, die veer kan best wel stukje veren die schokbreker die heeft niet zo heel veel.
Jorin: Nee.
Marcel: Die schokbreker zorgt ervoor dat je niet constant aan het deinen bent op en neer. Je houdt de boel vrij stijf, zogezegd.
Marcel: Zo moet je dat met je benen ook hebben. Dat been dat moet best stijf zijn. Maar als jij voor je lichaam hebt, en je gaat landen zakje, heel ver door je knieën door je enkel in je zak met je heup in je lichaam bijvoorbeeld een beetje naar voren, en er komt er ontzettend veel druk te staan op je Scheenbeen.
Marcel: Op je knie ook enigszins op je lies dus je kan je voorstellen als jij die pas lengte maar groter gaat maken en je gaat heel hard verder maar duwen wordt lastiger. Je gaat nog harder duwen die pas lengte wordt nog groter. Je kan je voorstellen dat je in een vicieuze cirkel terechtkomt, waarbij het erger en erger en erger en erger wordt. En uiteindelijk lig je dan een keertje bij jou de behandelbank.
Jorin: Ja, dat zijn de klanten die bij mij komen inderdaad.
Marcel: Dat is denk ik ook wel het grootste probleem van de hak landing. Daar komen echt wel nare blessures uit voort.
Jorin: Ja, niet vanuit de landing maar meer vanuit die andere dingen die je benoemd. Dus de grote stappen hoge impact dat daar zit, denk ik de grootste onkunde denk ik, en dat we daar dat dat. Dan heb je meteen dat de hak landing maakt niet uit. Wij zien namelijk in de praktijk zowel bij haklanders als bij voorvoet landers en midvoetlanders evenveel blessures, dus de het percentage haklanders is in Nederland natuurlijk veel groter, dus die komen we meer tegen. Maar in in die zin is het een blessurerisico even hoog en dat is gewoon uit de wetenschap is dat gewoon gevonden. Dat we het het aantal blessures bij de verschillende voet landing types is evenveel alleen het type blessure is iets anders.
Marcel: Dat is interessant. Kan je daar wat meer over vertellen?
Jorin: Dan zul je zien dat dat mensen die beginnende lopers zijn, grote stappen snel thuis waar we het net over hadden, hoge impact. Die zullen voornamelijk last hebben van scheenbeen en en knieklachten en daar wat meer gevorderde loper die je al wat langer loopt. Misschien wat meer naar de voorvoet loopt.
Jorin: Die zie je vaak juist wat meer klachten hebben rondom de kuiten, de achillespees de voet en soms wat lies of heup blessures. En daar zit dus wel een shifting in van oke, we hebben een haklanden en daar past een type de blessure bij. Dat zijn die we net benoemen en werden voor voet landing is dat weldegelijk anders. Dus je hebt twee type. Je kan het verdelen in twee types waarbij willen midvoet en de voorvoet even samenvoegen. Hetzelfde type blessures en hak landing is dus echt andere blessures.
Marcel: Ja, want dat is dan het interessante, wordt bij haklanders gezegd: je krijgt die type blessures die typische haklander blessures. Dus dan is de oplossing al snel. Ga voorvoet landen wat er dan gaat gebeuren. We hadden het net over als je haklander bent, dan heb je vaak een hele grote paslengte. Dus, dan wordt er gezegd: ga voorvoet landen en de tip die vaak wordt gegeven , is gra kleinere pasjes nemen.
Jorin: Ja.
Marcel: Land op de bal van je voet – ik zie altijd van die parmantige bambis voorbijkomen als ze dat proberen.
Jorin: Ja, zon, huppelend.
Jorin: Ja wat je krijgt is is als je geforceerd op voorvoet landing bezig gaat en dan laten we nog die pas lengte nog even buiten beschouwing. Die noemde je wel, maar ik kan me even zo terug. Als je puur zegt van landt tot die voorvoet dan gaan, dan krijg je nog steeds een soort stoppende beweging dus dan, want die die hak landing voor je lijf daar daar knal je zeg maar met je gewicht in, dan moet je dat opvangen.
Marcel: Dat remt enorm af. Wordt je super traag van ook.
Jorin: Ja! En op het moment dat je dan op die voorvoet gaat landen, maar je blijft voor je lijf landen. Dan heb je nog steeds die stop. Dan is het als het ware dat je je tenen in de grond trapt eigenlijk net als je bij voetbal wel eens ziet dat ze een bal meer. Ja, de tenen in het gras dat dat is een beetje wat een loper dan gaat doen, als je dat puur als als feedback geeft, en daarom is die pas frequentie. Dus hoe snel maak je die stap per minuut? Dat is dan interessant, want dan ga je dus kortere stappen maken. Dus als je een kortere pas maakt op een hogere pas frequentie, dan ga je vanzelf wat dichterbij je lijf landen.
Marcel: Oké, dus, als het even samenvatten: de hak landing of de voorvoet landing maakt niet zoveel uit. Je kan een haklander zijn. Loop je blessures op en ook al zeggen mensen dan tegen je ga voorgoed landen, dan is het risico dat je blessures oploopt nog steeds even groot. Alleen het zijn net even andere blessures zou de rest ben jij eigenlijk van de wal in de sloot terechtgekomen?
Jorin: Ja dus je zou dat niet als focuspunt moeten nemen, dat is eigenlijk.
Jorin: In de praktijk brengen waar je naar de klanten wel echt over van je bent geblesseerd, maar de landing moet nooit je doel zijn. Dat is een gevolg van andere doelen die je kan aanpakken om je looptechniek te verbeteren. En dan zal die voet landing vanzelf wel volgen of niet. En dan is het ook goed.
Marcel: Dan is het natuurlijk het hele tweede interessante punten die efficiëntie waar we het net over hadden hé. Want als je dus naar marathonlopers kijkt, dan zie je dat die het meeste op de hak landen wat we zeiden. En dan kijk je naar dag schippers. En dan zie je de voorvoet landing. Als ik naar kipchoge kijk, die kant42 kilometer lang op zijn voorvoet lopen.
Jorin: Even voor de informatie is wereldrecordhouder op de marathon Eliud Kipchoge, waar je het over hebt.
Marcel: Ook net onder de twee uur als ze hier op een dag zin in heeft.
Jorin: Ja, hij heeft als enige man in een niet officiele wedstrijd onder de twee uur gelopen, dus echt fenomenale prestatie uiteraard. Dus één van de grootste of de grootste marathonlopen aller tijden.
Marcel: Vinden wij.
Jorin: Dus die loopt inderdaad gewoon wel op de bal van zijn voet.
Marcel: Dan zou je dus zeggen Daphne wordt wereldkampioen op de 200 meter door de voorvoet te lopen. Kipchoge loopt daardoor onder de twee op de marathon. Dan zou je kunnen zeggen: de voorvoet landers. Degenen die zeggen dat je dat moet doen, hebben gelijk, ook al zijn die blessures dan nog steeds hetzelfde simpel. Als je harder wil lopen, ga je voorvoet lopen. Klopt dat? want jij behandeld, veel toplopers?
Jorin: Ja
Marcel: Je hebt mij wel eens filmpjes laten zien dat jij in Kenia bent en dan zie ik ontzettend veel toplopers. Die snoeihard op hun hak landen.
Jorin: Wat je ziet is dat de de meest efficiënte manier is, inderdaad wel op de bal van de voet landen als andere zaken, zoals pas frequentie pas lengte in orde zijn en wat je ziet in de in Eluid Kipchoge bijvoorbeeld dat is iemand met een enorme motor, dat is die heeft zo’n ontzettend vermogen om te rennen dat hij dat die dus op de bal van de voet of op de voorvoet, midden voet, een heel goed kan landen zonder dat en terwijl die ook nog een hele hoge frequentie en een grote stap lengte kan kan behouden. Waardoor die de super efficiënter is in hoe die loopt. Dus dat is, dat is echt wel een vaardigheid zeg maar, maar als we dan gaan kijken naar naar de Olympische Marathon, bijvoorbeeld van Londen, daar hebben ze onderzoek gedaan. En dan zie je dat aan het begin. Dus bij de meters bij vier kilometer ongeveer de lopers allemaal. En hoe landen ze daar, dan hebben ze gewoon videobeelden van. En dan zien ze dus dat dat er een percentage Haklanders is dat zo 15 procent, tien procent, of zo was dat geloof ik en dan heb je de midvoet landing. Dat is een hele grote groep en dan heb je nog een heel klein groepje dat echt op die bal van die voet voorvoet landt.
Jorin: Als je dan later gaat kijken halverwege over tegen het einde van de marathon, dan zie je dat die groep Haklander en die groep midvoet landers verschuiven. Dus die voorvoet is bijna helemaal weg, is dan nog één procent zijn ofzo en dan die midvoet groep. Die blijft wel het grootste, maar die dit percentage haklanders is ook echt wel degelijk toegenomen, dus onder vermoeidheid.
Jorin: Ga je veranderen en dat je dus minder efficiënt. En ja, dat is natuurlijk helemaal niet erg, want dat is heel logisch. Als jij op maximaal kunnen loopt dat je tegen een grens gaat aanlopen van hoe hard kan je nog en hoe efficiënt kun je nog zijn als je onder zware vermoeidheid gaat en dan verandert het dus.
Marcel: Even voor mijn informatie Jorin Kamps? Ben jij een hak of een voorvoet lander?
Jorin: Ik land zelf wat meer op de bal van mijn voet, ja.
Marcel: We kunnen het maar weten: hé ja, jij hebt 2.34 op de marathon toch?
Jorin: Ja
Marcel: Dat is heel aardig.
Jorin: Dan kun je ‘m wel mee doen, ja.
Marcel: Dan hebben we dat in ieder geval duidelijk absoluut de expertise op dat vlak hebben. Het is wel interessant dat efficiëntie verhaal waar we het net over hebben, het misschien gewoon even een klein leuk zijstapje om te vermelden. We hebben toch over voorvoet landingen en als je dan gaat kijken is de vraag altijd: waarom lopen die kenianen en ook de somaliërs al een beetje geloof ik of ethiopiërs. Sorry.
Jorin: Die ook ja.
Marcel: Waarom lopen die nou echt zo veel harder op de langere afstanden dan wij? Waarom kunnen zijn wat Dafne Schippers doet op 200 meter? Waarom kunnen zij dat wel zo lang volhouden? Daar is biomechanisch en anatomisch een verklaring voor wist je dat?
Jorin: Ja, dat weet ik zeker..
Jorin: Ik kom daar natuurlijk veel, dus ik heb veel van die lijfen onder handen gehad en je ziet een aantal dingen die zij anders hebben dan de gemiddelde Europeaan om zo te benoemen noemen.
Marcel: Noem er is een paar?
Jorin: Ze hebben hele slanke dunne, spieren en vrij korte spierbuiken, maar hele lange pezige pezen dus ze hebben bijvoorbeeld de achillespees een heel mooi voorbeeld daarvan, maar ook de hamstrings pezen zijn ietsjes langer dan de gemiddelde Europeaan of Japanner bijvoorbeeld. Er is zelfs een onderzoek hiernaar dat ze Japanners en Kenianen gaan vergelijken, en dan zie je dat Kenianen een echt veel langere achillespezen hebben en dat pezige dat zorgt er juist voor dat ze heel goed zijn in het opslaan van krachten. In die spier pees en dat kunnen ze hergebruiken. Dus je krijgt een soort elastiek effect.
Marcel: Waar wij weten altijd mee vergelijken, dat is mijn favoriete voorbeeld, wat ik altijd gebruik dus er zijn niet veel wezens op deze wereld, die met twee voeten tegelijk zich voor het plaatsen. Maar goed voorbeeld daarvan is natuurlijk de kangaroe. wat een kangaroe dat kan doet die springt en als die neerkomt op de grond, dan komt hij iets op de bouw van zijn voet neer veert in. Dan komt die achillespees een beetje op rek. Daar slaat die energie in op en voor zijn volgende hop herbruikt die die energie en het is fascinerend dat voor die volgende op betekent. Dat stel dat je energie moet leveren om vanuit stilstand naar 100 te gaan. Wat hij dan kan doen is dat die niet elke keer 100 procent hoeft te leveren.
Marcel: Maar dat die 80 procent van ze sprong herbruikt die die in wat die van zn vorige landing heeft opgeslagen. Dat is wat wij met mensen natuurlijk ook doen. In feite is rennen niet heel veel anders dan één benig springen.
Jorin: Nee.
Marcel: Dus wij slaan ook in onze agenda spelen en inderdaad hamstring pezen, slaan wij die energie op en als je een langere hebt, eigenlijk is dat competitievervalsing.
Jorin: Nee, het is, het is geen competitievervalsing, maar ze hebben gewoon een genetisch voordeel ten opzichte van de meeste Europeanen. Maar er zijn een hoop die het wel kunnen. En er zijn ook bijvoorbeeld op de Europees recordhouder, voormalig Europees recordhouder. Op de marathon heb ik ook veel mee gewerkt Sondre Moen uit Noorwegen, en die heeft enorm dik kuitspieren hele grote kuitspieren kortere pezen , maar die loopt wel twee uur vijf op de marathon, dus.
Marcel: Het kan wel.
Jorin: En het is dus niet per se oneerlijk.
Jorin: Maar ze hebben wel een voordeel, maar dat heeft Dafne Schippers ook ten opzichte van mij, want zij kan veel harder sprinten dan ik en ik zal nooit bij gaan houden. Dus dat ja, dat je daar zijn.
Marcel: Ook niet veel kans denk ik trouwens nee.
Jorin: Nee dat Denk ik niet ook niet.
Marcel: Maar goed dat, dat is wel echt een ding, want dan komen we terug bij dat efficiënte. Blijkbaar is het dus wel zo. Als je op die voorvoet loopt, dat er dingen gebeuren waar je toch echt veel beter veel harder en veel langer hard kan lopen.
Jorin: Want we alleen nog niet hebben benoemd, is dat het feit dat die die toplopers en de sprinters die dat zijn, bij sprinters is het heel kort bij toplopers op de marathon is het wat langer, maar dat zijn de de allerbeste van de wereld. Die hebben die enorme motor. Die van Eliud waar ik het over had, dat hebben zij allemaal in meer of mindere mate en de amateur, recreatieve loper die hebben die motor niet. Nee, dus, als je dan op zon manier gaat lopen. Dan ga je dus wel die motor op dat vermogen aanzetten.
Marcel: Dat blaast je een keer op.
Jorin: En ja, dat is net als een auto met minder pk. Die gaat op een gegeven moment niet harder dan 150, terwijl een auto met wat meer PK, die gaat gewoon 250. En dan is die misschien wel net zo efficiënt.
Marcel: Dus als we dit weten, wat is dan de conclusie?
Jorin: Dat het dus niet zoveel uitmaakt of je op je voetvoet of op je hiel landt.
Marcel: Ben ik het helemaal mee eens.
Jorin: En dat amateur loper of de recreatieve loper die moet daar vooral niet te veel mee bezig zijn, maar die moet focussen op andere zaken.
Marcel: Ja, want dat is misschien wel een ding waar we heel erg naar kunnen gaan kijken nu. Wat moet je dat wel doen als je weet dat?
Marcel: Oké, het dat ding dat, dat komt wel goed, we gaan niet daar op focussen, waar focus je dan wel op?
Marcel: één van de dingen waar wij bijvoorbeeld altijd op hameren. Als we met mensen aan het werk zijn, is dat moet je nou eens gaan kijken naar hoe jouw lichaam in elkaar zit: sta eens op en gaan ze voelen bijvoorbeeld waar spier zit.
Marcel: Rondom je. Nou, ja, ben je billen, daar zitten bilspieren je bovenbenen zitten grote, quatriceps en hamstrings en hoe lager je komt, hoe minder spier. Dus je kan je ook voorstellen dat het valt steeds minder te regelen. Hoe lager je komt, het volgt meer wat er hoog gebeurt.
Jorin: Ja, zo zou je het zeker kunnen zeggen.
Marcel: Sterker nog op het moment dat je aan de bovenkant bij je heupen gewoon te traag bent, dan gaat je voet nooit op tijd op de juiste plek zijn. En dan wordt het ook heel moeilijk om geforceerd op de juiste plek voor je voet te gaan landen.
Jorin: Maar dan wordt het wel vrij ingewikkeld, denk ik, maar we zouden dan denk ik wel de simpele kunnen maken. Er zijn een aantal hele duidelijke doelen die je recreatieve lopers kan geven om die looptechniek te verbeteren. En we hebben er al een paar genoemd. We hadden het over pas lengte, we hadden het over pas frequentie, maar we moeten het ook hebben over een gestrekte loop houding. Hé, dat je niet ingezakt loopt.
Marcel: Dat is interessant.
Jorin: Dat stuk waar jij het net over hebt. Hoe snel bewegen je benen, hoe stabiel of hoe actief ben je rondom die die heup dus dicht bij de kern. Dat komt als gevolg daarvan ook vaak wel, maar ik denk dat het die even goed allemaal moeten gaan benoemen en de de correlatie tussen die dingen.
Marcel: Je zei pas lengte.
Jorin: Ja.
Marcel: Je zei Pasfrequentie degene daarna ik denk. Vanuit mijn vakgebied vind ik die by far het meest interessant.
Jorin: De Loop houding, de gestrekte Loophouding. Zullen we ‘m eerst even verdelen in pasfrequentie, paslengte. En dan gaan we daarna meteen die houding er achteraan doen. of wil je hem andersom?
Marcel: Kies jij maar
Jorin: Nou, laten we beginnen bij de pas lengte. Dus we zeiden daarstraks al dat mensen zetten te grote stappen gaan te ver voor hun lichaam landen en moeten zichzelf dan als het ware over dat been heen tillen voordat ze weer naar voren kunnen.
Marcel: Ja, In feite is het zoals dat je een skatebaan hebt waar je tegen zo’n ramp op moet. Dat is wat je aan het doen bent.
Jorin: Ja en dat is mega zwaar, dat kost veel energie veel energie.
Marcel: stap voor stap, ook niet lekker voor je heup.
Jorin: Nee, en ook niet lekker voor je knie. Daarom krijgen haklander ook meer knieklachten. Er komen hele hoge krachten op die bovenbenen, op die knieschijf en en dat vraagt heel veel van je. Het is dus efficienter voor de meeste lopers, om een iets kortere stap te zetten. Het gevolg is alleen dat je trager gaat lopen. Want kleine stappen wordt je trager van.
Marcel: Ja en niemand wilt langzaam lopen, dan kan je net zo goed gaan wandelen.
Jorin: Exact. Dus wat moeten we dan doen? De pas frequentie verhogen.
Marcel: Dus het aantal passen per minuut moet omhoog?
Jorin: Ja, en daar lees je ook een hoop van op internet. En dan heb je het magische, nummer 180. Wat wordt aangehouden. Ook dat is onzin.
Marcel: 180 stappen per minuut.
Jorin: En dat is echt heel snel en en het is, het is niet helemaal waar. Je kan niet een magisch nummer daarop zetten. Wij adviseren in de praktijk de lopers tussen de 170 en 180 uit te komen. Ietsjes hoger is ook prima, maar dat is, dat is bijna fysiek onmogelijk.
Marcel: Ik ben 1.90m voor mij is het fysiek onmogelijk om zo een hoge frequentie te halen, is heel lastig, kan gewoon niet.
Jorin: Het het kan wel, want er zijn ook wel lopers van twee meter die het wel kunnen, maar dat dat zijn dan weer die allerbeste.
Marcel: Dat haal ik net niet, maar ook echt net niet
Jorin: Maar er zijn een hoop lopers die op 150 ofzo zitten, en dan moet je je voorstellen als je 150 stappen in een minuut zet. Dat is dat. Dat is vrij traag en dan moet je dus hele grote stappen zetten om om een bepaalde snelheid te halen, want de pas lengte en dan pas frequenties samen bepalen hoe hard je loopt.
Jorin: Dus als we die lengte verlagen en dan moet die frequentie omhoog. En dan blijf je dus even hard lopen als je dat evenredig aanpast.
Marcel: Maar dat heeft wel echt behoorlijk consequenties voor je training. Probleem namelijk, als je een hogere frequentie moet gaan lopen, is dat je hartslag ook in één keer extreem de hoogte in gaan.
Jorin: Je spieren gebruik veranderd.
Marcel: Dus je moet je motor gaan tuner.
Jorin: Ja, dus je moet een paar schroefjes en boutjes bijdraaien en daarmee leren omgaan en dat is oefening.
Marcel: Dat gooit je hele trainingsschema omver worden ook lastiger om een trainingsschema van internet gaan plukken.
Jorin: Ja wel. Stel je voor, je zit midden in een voorbereiding voor een wedstrijd. Stel je voor, je gaat de marathon lopen en je hebt nog een maand te gaan. Dan is het niet verstandig om hiermee bezig te gaan. Maar op het moment dat je geen korte termijn doel hebt en je wilt op die techniek gaan focussen, zullen je looptechniek verbeteren. Dan dan zou je dit kunnen doen tijdens je trainingsschema. En dan kun je bijvoorbeeld zeggen van nou weet je, we hebben een hardloop training van 60 minuten. En dan gaan we is vier keer vijf minuutjes letten op, hoe loop ik nou eigenlijk en op die verbeterpunten van pas lengte, pas frequentie en dan zul je merken dat je even vijf minuten wat intensiever bezig bij omdat je zo gefocust bezig bent met dat verbeteren. Maar daarna heb je gewoon weer een paar minuten, vijf tot tien minuten hersteltijd. En dan doe je nog een keer en dan is het bijna een soort intervaltraining qua techniek. En op die manier kun je dat mooi in je schema verwerken. En dan lukt het zeker wel.
Marcel: Oké, dus, we hebben de oplossing gevonden om pas lengte en pas frequentie wat aan te passen.
Jorin: Ja en dan kom je bij die gestrekte lopen.
Marcel: Mijn favoriet,
Jorin: nou, vertel jij maar.
Marcel: We hadden het natuurlijk net over. Ik vertelde over die veer en die schokbreker. Uiteindelijk is het zo stel nou, we hebben allemaal vroeger met een bal gespeeld. Je kan je voorstellen op het moment dat jij het voetbal hebt, of een basketbal die heel vol zit met lucht. Op het moment dat jij die op de grond stuitert stuitert, die ook heel erg hoog op het moment dat je lucht uitgelaten. En het is maar een beetje slap ding, gooi ‘m op de grond en dan komt er veel minder hoog. Sterker nog, misschien komt die nauwelijks nog omhoog..
Jorin: Dan blijft die liggen.
Marcel: Wat er gebeurt op het moment dat jij een hak landing hebt in je land te ver met je voet voor je lichaamszwaartepunt zoals dat heet. Dus te ver voor je romp. Dan ben je eigenlijk bezig met die zachte bal constructie dus je hebt als een nou ja, alsof je iedere keer in een taart trapt en dan moet je jezelf je daar overheen heisen naar je volgende stap toe. Dat laat veel krachten vrij op je lichaam. Kost heel veel energie en dat remt je ook iedere stap weer een beetje af. Dus dat is niet handig voor je efficiëntie, dus wat willen we bij hardlopen? Wij willen juist dat die bal zo hard mogelijk opgepompt is, en dat is wat we noemen in de sport stijfheid in het systeem. Hoe stijver, dat lichaam is hoe meer spanning er op die spieren staat hoe geestig genoeg minder ze hoeven te doen omdat ze gebruik kunnen maken van die opslag van energie waar we het net over hadden en elastisch vermogen wat er allemaal in zit. Het voordeel daarvan is, als je dat hebt, als je voet op de grond komt, dan wordt er meteen energie naar boven getransporteerd en ook weer terug waardoor je ook heel energiezuinig aan het lopen bent. Omdat je je brandstoffen gewoon minder hoeft aan te spreken, betekent ook dat je hartslag misschien weer pietsje omlaag kan. Ook nooit onhandig natuurlijk. Dus nee wij zijn, hoog lopen, noemen we dat, geloof ik ook wel, hè? Dat zijn en wat de meeste de trainers die noemen dat. Is echt de absoluut een voorwaarde om mijn hard en goed te kunnen lopen, en het voordeel daarvan is dat, laatste voordeel daarvan. Maar niet onbelangrijk is dat als je dat goed voor elkaar krijgt, je voor plaatsing eigenlijk altijd automatisch goed is en het niet meer uitmaakt waar je op je voet land.
Jorin: Dus hoe je op je voet land, maar wel dichterbij.
Marcel: Je voet plaatsing is beter onder je lichaam dus dichter bij jouw lichaam. Dus ja alleen maar goed met. Je trapt hem niet te ver vooruit je niet af. Het kost geen energie te veel, maar hij hoe je dan op je voet land op de voorvoet op het midden of op de hak. Dat maakt dan helemaal niet meer uit. Dat is niet relevant. Daardoor ga je automatisch veel beter en veel harder lopen.
Jorin: Ja, en dan zouden we het en nog denk ik even iets moet verduidelijken van wat is dan die gestrekte. En wat is een ingezakte? Tussen aanhalingstekens. Loop houding om dan dat verhaal, wat je net eigenlijk uitleg te goed te kunnen plaatsen, want ik kan me voorstellen voor de luisteraars dat het niet helemaal duidelijk is wat wat het verschil tussen twee nou is. Een ingezakte loophouding zou je kunnen zeggen, dan loop je vrij laag. Dus je knie is vrij diep gebogen. Je bent misschien wat voorovergebogen vanuit je heup en je loopt dus een beetje ingezakt. Je kent het vast wel, als je lopers ziet in het park.
Marcel: Beetje hangen in.
Jorin: Ja, dat je denkt van zo, die is echt aan het werk. Die moeten we echt wel energie, en die moet echt power leveren rond dat dat dat te doen.
Marcel: Als je die ziet lopen wordt je er zelf moe van.
Jorin: Ja, en je hebt, aan de andere kant heb je de lopers waarvan je zegt van zo, dat ziet er makkelijk uit lijkt net alsof het vanzelf gaat, en dat zijn over het algemeen lopers, die veel meer strekking in die knie hebben die heup zit, wat hoger en wat meer naar voren, dus ze zijn niet zo voorovergebogen en dat is, denk ik, het grootste verschil. En dan kom je dus wat jij net uitleg van die efficiëntie en die energie dat je dan kan gebruiken. Dat zit veel meer aan die en die aan het tweede voorbeeld is die veel meer gestrekte loper, die we daardoor ook dus wat dichter bij zijnn lichaam, landt en als gevolg daarvan kan het best zijn dat die op ze heel landt op zijnn, midden op zijn voorvoet, maar dat maakt dan niet meer uit, omdat je toch vrij efficiënt bent. Doordat je dichterbij je lijf land. Dus dat is, denk ik het verschil tussen die twee en je wilt natuurlijk het liefst bij die gestrekte lopers horen.
Marcel: En niet alleen omdat je dan het snelts gaat maar nog een reden waarom je bij dit clubje horen, want je blessures gaan ook gewoon minder vaak voorkomen.
Jorin: Ja, dus je creëert, zeg maar een efficiëntere manier van trainen en een beter gebruik van van je lijf en blessures die die komen dan minder, omdat je dus minder vraagt van je lijf. Terwijl je wel dezelfde arbeid levert. Je doet een bepaalde training, een uurtje lopen, maar je gaat dat efficiënter doen. Dan is het dus wat je van je lijf vraagt is in die zin hetzelfde, maar je moet minder energie leveren. Je moet minder werken in die spieren omdat hetzelfde doel te bereiken. En dan is de kans op een blessure gewoon kleiner.
Jorin: Aan de andere kant is het vaak wel zo dat lopers die efficiënte lopen dan ook wat meer die grens gaan opzoeken van oh toch een beetje harder. Een beetje meer, een beetje sneller, verder, noem het maar op.
Jorin: En dan kom je vaak bij die grens van te hard Te veel te snel en dan slaat het wel over in een blessure. Maar als je die balans goed weten te vinden, dan hoef je helemaal niet geblesseerd te raken.
Marcel: Kortom, de grote mythe mogen wel zeggen over moet je nou hak landen, voorvoet landen middenvoet landen, die kunnen we dus eigenlijk vergeten. Ja, alles wat je erover leest is gewoon een totale onzin. Het enige wat je moet doen is een paar kleine tips Jorin Kamps om voorwaarden te creëren waardoor je hoog gaat lopen, meer stijfheid in het systeem krijgt dus je moet meer gestrekt gaan lopen, zodat het systeem je lichaam meer ingericht wordt, omklappen goed te verwerken en meer efficient met je energie om te kunnen gaan, ja, leuk dat we dat dat nu weten.
Jorin: En dan op die frequentie, en die paslengte, die vier punten.
Marcel: Maar hoe dan ja, dat is de vraag, want weer wat is het half uur naar zitten luisteren.
Jorin: Hoe ga je dat doen?
Marcel: Nu wil ik ook weten hoe het moet.
Jorin: Je zou kunnen zeggen, neem metronoom app mee. Zet die gewoon is tien procent hoger dan je huidige pas frequentie. Je kan je passen, gewoon tellen, dat je een halve minuut loopt en dan gewoon eens telt hoe vaak je voeten de grond raken en dat keer twee, dan weet je je pas frequentie van een minuut. Of je moet bijvoorbeeld je garmin horloge.
Marcel: Iedereen heeft toch zo’n polar tegenwoordig?
Jorin: Die zeggen het gewoon Garming en Polar zeggen het gewoon. Dan ga je gewoon eens kijken of je tien procent hoger kan dan wat je normaal loopt. En dan ga je gewoon op oefenen. En die gestrekte loop houding. Ja, dat is een stukje moeilijker.
Marcel: Nou, maar dat kan wel en je kan er ook op een heel absurd moment van de dag ontzettend goed op trainen.
Jorin: Ja nu komt die…
Marcel: Jaa, nee, serieus, ik doe dat echt. Ik raad het iedereen aan te doen. Wij noemen dat in een professionel termen t de hilock die we k traine. Ddus hetgen wWat jij moet doen is één ding, wat jij, twee liefst drie keer per dag moet doen en dan twee minuten lang.
Jorin: Dat moet lukken.
Marcel: Tandenpoetsen, jij kan echt prima 30 seconden met je linkerbeen, helemaal omhoog staan, terwijl je alleen op je rechterbeen staat op de grond en na 30 seconden. Mijn tandenborstel zegt dan dat ik ergens anders moet gaan poetsen. Ja, dan ga ik op mn andere been staan en dat wisselt ik twee minuten lang af. En als ik dat doen, dan ga ik die heup, spieren, zo goed trainen, dat vanzelf hoog gaan lopen, ja, misschien interessant om verder. Ook in de serie is een keer gaan praten over het belang van heuptraining, rechtop lopen, stabiliteit, wat doen spieren dan.
Jorin: Coördinatie, dat zeker ja, laten we daar later op terugkomen. Ik denk dat ze met deze tip al heel veel voor die gestrekte loop houding kunnen doen.
Marcel: Zeker, en dus mocht jij daar nog vragen over hebben, laat het dan even weten.
Jorin: Bedankt voor het luisteren naar de Running Solutions podcast. We hopen dat je er veel aan hebt gehad. Mocht je naar aanleiding van deze podcast vragen hebben, laat het ons dan vooral weten. Ook als je bepaalde onderwerpen of bepaalde blessures laat terugkomen in de toekomst een podcast vraag aan via de website www.runningsolutions.nl Vergeet je ook niet te abboneren dan krijg je altijd meteen de nieuwe podcast in je lijst.